Een impressie


Hij bereikte het stadje Rothenburg ob der Tauber via een doorgaande weg, die volgens een bordje de Romantische Straat heette. Hij vond het maar een wonderlijke naam voor een stadje, aan een straat met een al even wonderlijke titel.

Hij reed met zijn bromfiets het marktplein op en ontdekte direct de  fontein. Het stof en de hitte onderweg hadden hem tot een uitgedroogde lemming gemaakt. Het water van de fontein lokte hem als de schitterende zee in een fjord. Zonder enig nadenken kleedde hij zich tot zijn onderbroek uit. Hij sprong in de fontein en hij waste alle stof, zweet en
hitte van zich af.

Proestend van het water stond hij onder de ferme, maar toch zachte waterstralen. De triomfantelijkheid en vrijheid waren in alle eenzaamheid en nazomerse hitte van de laatste paar dagen naar zijn hoofd gestegen.

Het duurde niet lang voordat een boze voorbijganger hem de les begon te lezen. Hoewel hij direct uit het water kwam en zich snel  aankleedde, bleef de man maar rellen. Hij verstond genoeg om te begrijpen wat de man zei of bedoelde, maar zijn gebrekkige taalbeheersing belette hem antwoord te geven.

Een kring verontwaardigde mensen vormde zich om hen heen en zijn heteluchtballon genaamd euforie liep jammerlijk leeg. Pas nadat hij gelaten en blozend de verwijten over zich heen had laten komen, loste het groepje boze mensen langzaam op. Opnieuw knaagde de vraag aan zijn gemoed en geweten: had hij niet ook naar Nederland terug moeten keren vanuit Frankfurt?

Nog voor hij hier een antwoord op kon geven, onderbrak een zachte tik op zijn schouder zijn gedachte. Hij draaide zich om en verdronk alsnog.
Niet in een fjord, niet in de fontein, maar in de mooiste ogen die hij ooit had gezien:

Veronika.

 

 

Uit: Uitstap (Tonny van Wijhe)