Nu we in dit Covid19-tijdperk van verplicht thuis blijven leven, is er een soort van thuiswerk-ritme ingeslopen. En in dat ritme hebben we het voor elkaar gekregen een knipperpauze-frequentie te introduceren: we kijken immers allemaal naar schermen. Op laptops, mobieltjes of iPad, maar ook gewoon in boeken. Allemaal dichtbij, korte afstand, dus we moeten onze ogen af en toe forceren de wereld voorbij de eerste vijftig centimeter te herontdekken.
Nu wonen we in hartje Hoofddorp, voorheen onder de rook van Schiphol, maar door het drastisch afgenomen vliegverkeer beleven we iets onvoorstelbaars: geen vliegtuiggeluid en een neigend-naar-frisse lucht!
Voor Hoofddorpse begrippen hebben we een grote tuin en in die tuin hebben we een natuurlijke vijver met waterloop en een viertal fruitbomen. In de pruimenboom heb ik vorig jaar herfst een zelfgemaakte koolmezennestkast opgehangen en mijn vriendin heeft twee huisjes voor ‘knuffelbijen’ opgehangen. Nu ik thuis zit en mezelf heb verplicht met regelmaat naar buiten te kijken, zie ik wat ik niet eerder zo bewust heb gezien: de lente!
In een uit dorheid ontwakende tuin, over een ’s morgens bevroren vijver, gaat de natuur onverstoorbaar haar gang. Een koppeltje tortelduiven gebruikt de tuin als cafetaria en knabbelt wat kersen- en pruimenknopjes.
Een stel kauwen heeft voor de vijftiende jaar op rij hun nest onder de dakpannen onder handen genomen en vliegen af en aan met nieuw nestmateriaal. (Het oude materiaal ligt op mijn terras, het zijn schone beesten).
Sinds het zonnetje is gaan schijnen zijn de knuffelbijen uitgekomen. Eerst de mannetjes, die zich te goed doen aan de blauwe druif en heide, maar zodra ze op sterkte en temperatuur zijn storten ze zich op de gaten waaruit ze zojuist zelf zijn verschenen. Want ze weten dat achter hun eigen kraamkamers die van de vrouwtjes zijn en die kijken nu schuchter uit hun slaperige oogjes. Om vervolgens door vier, vijf, zes mannetjes tegelijk… bemind te worden.
En de koolmezen? Ook zij zijn eindeloos in de weer met mossen, takjes en ander nestmateriaal, ondertussen eindeloos onderling contact houdend, terwijl ze in en uit het nestkastje floepen.
Is het dan alleen maar vrede in de tuin en in de lente? Nee, zo nu en dan komen eksters langs. En een reiger. En een buurtpoes. Wellicht een volgend bericht over het thema strijd in de lente 🙂